DHCP |
Dynamic Host Configuration Protocol |
Een netwerkprotocol dat IP-adressen en andere configuratie-informatie automatisch toewijst aan apparaten die verbinding maken met het netwerk. |
DMZ |
Demilitarized Zone |
Een DMZ (Demilitarized Zone) is een beveiligde netwerksegmentatie tussen het internet en een intern netwerk, ontworpen om blootstelling van interne systemen - aan de boze buitenwereld - te verminderen. |
DNS |
Domain Name System |
Een systeem dat domeinnamen vertaalt naar IP-adressen, zodat apparaten op het internet elkaar kunnen vinden. |
FTP |
Bestandsoverdrachtprotocol |
Een netwerkprotocol dat wordt gebruikt om bestanden van het ene systeem naar het andere te verzenden. |
HTTP |
Hypertext Transfer Protocol |
Een client-serverprotocol dat wordt gebruikt om gegevens (onveilig) via internet te verzenden en ontvangen. |
HTTPS |
Hypertext Transfer Protocol Secure |
Een protocol voor veilige communicatie via het internet. HTTPS wordt gebruikt om gevoelige informatie, zoals wachtwoorden en creditcardgegevens, te beschermen tegen hackers en andere kwaadwillenden. |
IP |
Internet Protocol |
Een protocol dat wordt gebruikt om gegevens over het internet te verzenden en te ontvangen. IP-adressen worden gebruikt om apparaten te identificeren en gegevens tussen hen te routeren. |
LAN |
Local Area Network |
Een netwerk dat is beperkt tot een klein gebied, zoals een kantoor of een huis. |
MAC |
Media Access Control |
Het unieke adres dat is toegewezen aan de netwerkinterface van een apparaat. Het wordt gebruikt voor de communicatie tussen apparaten op een LAN en is onveranderlijk. |
Mbps |
Megabits per seconde |
Een maat voor de overdrachtssnelheid van gegevens in een netwerk. |
NAT |
Network Address Translation |
Een methode waarmee een netwerkapparaat zoals een router, de IP-adressen van de apparaten op het lokale netwerk vertaalt naar een ander IP-adres voor communicatie met het internet. |
NFS |
Network File System |
Een protocol dat wordt gebruikt om bestanden via een netwerk te openen. |
SMTP |
Simple Mail Transfer Protocol |
Een protocol dat wordt gebruikt om e-mails te verzenden en ontvangen. |
SNMP |
Simple Network Management Protocol |
Een protocol dat wordt gebruikt om netwerkapparaten te beheren. |
SMB |
Server Message Block |
Een protocol dat wordt gebruikt om bestanden, printers en andere bronnen in een netwerk te delen. |
SSID |
Service Set Identifier |
Een naam die wordt toegewezen aan een WLAN, waarmee apparaten verbinding kunnen maken met het netwerk. |
TCP |
Transmission Control Protocol |
Een protocol dat verantwoordelijk is voor het opzetten en beheren van verbindingen tussen apparaten op een netwerk en voor het betrouwbaar verzenden van gegevens over die verbindingen. |
TKIP |
Temporal Key Integrity Protocol |
TKIP is ook een beveiligingsprotocol dat wordt gebruikt in draadloze netwerken, maar minder veilig. |
UDP |
User Datagram Protocol |
Een protocol voor het verzenden van datagrammen, een soort van datapakketjes, over netwerken zonder verbindingsopzet en zonder dat er garanties zijn voor betrouwbare levering, volgorde of duplicatiebescherming. |
ICMP |
Internet Control Message Protocol |
Een protocol voor het verzenden en ontvangen van foutmeldingen en operationele informatie over IP-netwerken. |
NAT-PMP |
Network Address Translation Port Mapping Protocol |
Een protocol waarmee een computer op een privénetwerk automatisch de router kan configureren om verkeer van internet naar zijn interne IP-adres te routeren. |
PoE |
Power over Ethernet |
Een technologie waarmee stroom en gegevens via dezelfde Ethernet-kabel kunnen worden verzonden, waardoor apparaten zoals draadloze toegangspunten en beveiligingscamera's op afstand van stroom kunnen worden voorzien. |
QoS |
Quality of Service |
Een set technologieën en methoden voor het beheren van netwerkverkeer om de prestaties en betrouwbaarheid van kritieke toepassingen te verbeteren en de netwerkbronnen optimaal te benutten. |
RAID |
Redundant Array of Independent Disks |
Een methode voor het combineren van meerdere harde schijven in één logische eenheid om gegevensopslag te verbeteren, prestaties te verhogen en gegevensbescherming te bieden in geval van schijffouten. |
RDP |
Remote Desktop Protocol |
Een protocol dat wordt gebruikt om op afstand verbinding te maken met en het beheer van een computer mogelijk te maken. |
SMTP |
Simple Mail Transfer Protocol |
Een protocol dat wordt gebruikt voor het verzenden en ontvangen van e-mails via een netwerk. |
SNMP |
Simple Network Management Protocol |
Een protocol dat wordt gebruikt om netwerkapparaten op afstand te beheren en te bewaken. |
SSH |
Secure Shell |
Een protocol voor het op afstand beheren van een computer of ander apparaat via een versleutelde verbinding. |
SSL |
Secure Sockets Layer |
Een beveiligingsprotocol dat wordt gebruikt voor het versleutelen van gegevens tijdens de verzending via internet. Het is opgevolgd door TLS (Transport Layer Security). |
TCP/IP |
Transmission Control Protocol/Internet Protocol |
Een set protocollen die wordt gebruikt voor de communicatie tussen computers op internet en andere netwerken. Het bevat zowel het TCP-protocol als het IP-protocol. |
VLAN |
Virtual Local Area Network |
Een methode voor het segmenteren van een fysiek netwerk in meerdere logische netwerken om de prestaties en beveiliging te verbeteren. |
VOIP |
Voice over Internet Protocol |
Een technologie waarmee spraak- en multimedia-communicatie over internet kan worden verzonden in plaats van via traditionele telefoonlijnen. |
WPA2 |
Wi-Fi Protected Access 2 |
Een draadloos beveiligingsprotocol dat is ontworpen om netwerkbeveiliging te verbeteren ten opzichte van WEP en WPA, door gebruik te maken van sterke encryptie- en authenticatiemethoden. |
XML |
Extensible Markup Language |
Een op tekst gebaseerde taal voor het definiëren van gegevensstructuren en het markeren van inhoud in een document. Het wordt vaak gebruikt voor gegevensuitwisseling tussen verschillende toepassingen en systemen. |